
Samen met meer dan dertig anderen laat ik de lucht ontsnappen die we eerder in witte ballonnen hebben geblazen. Het koolstofdioxidepeil in de ruimte schiet omhoog door onze uitgestelde, geconcentreerde uitademingen. Dan worden er muggen losgelaten. Normaal gesproken trekt de CO2 die we uitademen ze aan. Zijn ze nu in verwarring gebracht? Kunnen ze mij moeilijker detecteren nu de hele ruimte veel CO2 bevat?
Muggen kunnen ons in elk geval op flink wat meters afstand waarnemen en herkennen ons niet alleen als aantrekkelijke prooi, maar kunnen de mens ook van andere zoogdieren en vogels onderscheiden. Zo is de mug een herkenbaar voorbeeld van waarnemende natuur: natuur die niet alleen door ons waargenomen wordt, maar zelf ook waarneemt. Die waarneming door de natuur kan ook veel subtieler, op manieren die vreemd zijn voor menselijke zintuigen. Zo communiceren bomen met elkaar via schimmelnetwerken tussen hun wortels en waarschuwen planten elkaar voor schadelijke insecten door chemische stoffen af te scheiden.
De waarnemende natuur was het thema van Sensing Nature, een informatierijke, zinnenprikkelende avond met wetenschaps- en techniekantroploge Natasha Myers, ontwerp- en onderzoeksduo Thought Collider en geluidskunstenaar Espen Sommer Eide. De avond op 3 mei maakt deel uit van Training the Senses, een Engelstalig trainingsprogramma voor je zintuigen van Marres, Huis voor Hedendaagse Cultuur in Maastricht.
In het geïntegreerde programma wisselden presentaties, demonstraties en oefeningen elkaar af. De centrale vraag daarbij was hoe het besef dat de natuur waarneemt je eigen waarneming kan veranderen. De sprekers en tevens zintuigenscherpers hadden daarbij een verschillende toegang. Natasha Myers benaderde het onderwerp vanuit de geschiedenis van de ecologie, Thought Collider vanuit hun artistieke onderzoekspraktijk en Espen Sommer Eide vanuit zijn ambitie de wereld te begrijpen via geluid.

De sprekers en zintuigenscherpers van Sensing Nature, v.l.n.r. Natasha Myers, Susana Cámara Leret en Mike Thompson van Thought Collider en Espen Sommer Eide.
Volgens Natasha Myers kan het uitgangspunt dat de natuur waarneemt het begin zijn van de dekolonisatie van ons sensorium, ons zintuiglijke apparaat. In de ontwikkeling van de ecologie als wetenschap heeft het kolonialisme een sterk vormende rol gespeeld en doet dat tot op heden. Als een kolonialist naar de natuur kijkt, ziet hij winbare grondstoffen, land als eigendom van iemand en natuur als verhandelbaar product. De ecologische wetenschappen zijn niet alleen historisch verbonden met de tijd van kolonialisme en imperialisme, maar dit heeft ook hun gereedschapskist gevormd. Zo verdeelt de ecologie de natuur in een raster en zijn ecologen primair geïnteresseerd in overleving en reproductie. Sterker nog, volgens Natasha heeft de ecologie haar sensorium aangescherpt door actief mee te werken aan neokoloniale uitbuiting van grond en lichamen.
Als je ervan uitgaat dat de natuur waarneemt, helpt dat om je koloniale blik op de natuur te laten varen. Natasha spoort wetenschappers en eigenlijk iedereen aan om minder instrumenteel naar de natuur te kijken, er langer te verblijven, er meer onderdeel van uit te maken en ook oog te hebben voor niet-leesbare data. Dit doet ze ook in het project Becoming Sensor, dat ze samen met danser en filmmaker Ayelen Liberona heeft ontwikkeld. Ze wilden alternatieve toegangen tot de natuur vinden. In eerste instantie tot de natuur van een stadspark in Toronto, bestaande uit 10.000 jaar oud grasland met eiken, maar ook toepasbaar op andere omgevingen die natuur en cultuur in zich dragen. Hun ‘ungrid-able ecology’, een toegang tot de natuur zonder vooropgesteld raamwerk, is een zienswijze en een nieuw instrumentarium waarmee je al luisterend, bewegend, voelend en ruikend de ontwikkeling van de natuur kunt onderzoeken en er tegelijkertijd een affectieve relatie mee aan kunt gaan.
Natasha vraagt de aanwezigen zich door de ruimte te verspreiden en hun ogen dicht te doen. Stap voor stap begeleidt ze een visualisatie als boom. Van stevige verankering in de grond door een uitbreidend netwerk van wortels tot het opvangen van zonlicht en het omzetten van stikstof in zuurstof. Het is een oefening om je zintuiglijk bereik uit te breiden. Om verder te voelen dan de grenzen van je eigen lichaam en de ruimte te delen met wie of wat daar nog meer in aanwezig is. In onderstaande video krijg je een indruk van andere manieren waarop Natasha en Ayelen de natuur benaderen in hun project Becoming Sensor.
De benadering van Natasha Myers is volgens mij antropocentrisch, in de zin dat het uitgaat van de behoeften van de mens en niet die van de rest van de natuur. Wel laat het zien dat zowel onze wetenschappelijke als alledaagse blik al snel begrensd wordt door de grenzen van het waarneembare en die van het voorstelbare. Kunst kan helpen om voor te stellen wat je niet kunt waarnemen en de grenzen te doorbreken van wat je jezelf toestaat om te bedenken.
Op dit snijvlak tussen onderzoek en verbeelding werkt kunst-, ontwerp- en onderzoeksduo Thought Collider, bestaande uit Susana Cámara Leret en Mike Thompson. Ze zijn geïnteresseerd in relaties door moleculen en laten vanavond het publiek kennismaken met het molecuul geosmine. Het is een molecuul dat vrijkomt als bacteriën doodgaan. Ook is het een belangrijke component van de geur van regen. Dat eerste vertellen ze ons, het tweede is onmiddellijk duidelijk als ze een geur met geosmine als belangrijk ingrediënt vrijlaten in de ruimte. Je kunt dichterbij komen om te ruiken, maar ook van een afstandje is het onmiskenbaar de geur na een fikse regenbui. Mij voert het naar een wolkbreuk tijdens een boswandeling. Ik hoor de stilte erbij en de voorzichtige terugkeer van het natuurrumoer nog voor de laatste druppels gevallen zijn. Ik stel me voor dat ieder van ons even op een andere plek is.

Rain Rain Go Away! presentatie van Thought Collider in de expositie Intensive Care, tot en met 25 juni te zien bij Bureau Europa in Maastricht.
De geurdispenser is onderdeel van het onderzoek van Thought Collider naar onze perceptie van muggen als verspreiders van tropische ziektes. Het maakt deel uit van het bredere project Institute for the Design of Tropical Disease (IDTD), waarin ze samenwerken met wetenschappers van het Laboratorium voor Entomologie van de Universiteit Wageningen, onderzoekers van het Nationaal Herbarium Nederland en geurontwikkelaars van Flavours and Fragrances. De deelpresentatie Rain Rain Go Away! is gebaseerd op de mythe dat muggen niet zouden vliegen in de regen. Als dat zo zou zijn, zou je met behulp van het molecuul geosmine kunnen doen alsof het regent om de muggen op afstand te houden. Ook ontwikkelde Thought Collider kunstmatig zweet op basis van varkenshuid, varkensvet, zouten en menseigen bacteriën. Een val met dat zweet zou ook een alternatief kunnen zijn voor het uitroeien van gevaarlijke muggen.
Toch draait het onderzoek van Thought Collider niet primair om het vinden van praktische toepassingen. Ze zijn meer geïnteresseerd in de verhalen die we over tropische ziektes construeren en de manier waarop we naar insecten kijken. Net zoals Natasha Myers vertelde over koloniale perceptie in de ecologie, is onze benadering ook hier instrumenteel. Is een insect nuttig of gevaarlijk voor de mens? Mag het voortbestaan of roeien we het uit? Met uitzondering van een handjevol insectofielen onder ons, zijn dat de dominante vragen. Zij ontnemen het zicht op andere, mogelijk fantasierijkere vragen.
Zou het daarbij helpen je voor te stellen dat je een mug bent? Geluidskunstenaar Espen Sommer Eide onderzoekt of het mogelijk is andere levende wezens beter te begrijpen door een deel van hun zintuiglijk systeem over te nemen. Hij gebruikt geluid om niet-geluid te onderzoeken en daarmee de natuurlijke omgeving en de geschiedenis beter te begrijpen. Hij doet dit door geluiden op te nemen en ze zelf te maken.
Hij laat een aantal experimenten horen waarin hij een persoonlijk antwoord in geluid heeft geprobeerd te maken als reactie op dierengeluiden. Zo ook op het geluid van muggen, die zelf een gehoorbereik van tussen de 30 en 2000 Hz hebben en een vluchttoon van ongeveer 400 Hz produceren. Een mannetje en vrouwtje gaan daarin een soort duet met elkaar aan, waarbij ze niet synchroniseren door elkaar ergens in het midden te vinden, maar waarbij het mannetje een tussenfrequentie zoekt. Espen antwoordt met een mosquito-response, een compositie die begint met snaar-, metaal- en fluittonen, overloopt in het geluid van een vinger die over de bovenkant van een glas strijkt en uitbundig eindigt met een operazanger.
Het is niet een imitatie van muggengeluid, maar een reactie erop, waarin hij aspecten van het geluid van muggen overneemt en vermengt met duidelijk door mensen voortgebracht geluid. Hij haalt daarbij een citaat aan van de Deense antropoloog Rane Willerslev. In zijn boek Soul Hunters, een onderzoek naar jacht, animisme en persoonlijkheidsconstructie bij de Joekagieren in Oost-Siberië, schrijft hij:
“Yukaghirs attempt to assume an animal’s point of view by intentionally acting as an imperfect copy.”
Zoals de Joekagieren zich verplaatsen in een dier door bewust een gemankeerde versie ervan neer te zetten, zo probeert Espen niet om perfect een mug na te doen, maar neemt hij elementen van het geluid over, vormt ze om en vult ze aan. Zich verplaatsend in een mug is hij daarbij heel erg mens. Een omvormer, een maker. Tegelijkertijd laten de door hem geconstrueerde composities je anders luisteren naar en denken over natuurgeluid. Dit geluid kan een voor onze zintuigen waarneembaar teken zijn dat de natuur ook waarneemt en jou waarschijnlijk al veel eerder heeft opgemerkt dan jij de natuur.
Zo voel ik me bekeken als Espen met een tweede, live uitgevoerde mosquito-response door de ruimte loopt. Een ogenblik eerder hadden we daarin de CO2 van onze opgespaarde uitademingen vrijgelaten en Thought Collider had een beker muggen leeggestrooid. Ik hoor opnieuw geen natuurgetrouwe imitatie van muggengeluid, maar de muggen zijn er voor mij wel sterker door aanwezig. Ik weet niet of de muggen in verwarring waren geraakt door het hoge koolstofdioxidepeil in de ruimte of overdonderd waren door het geluid van Espen, maar in de twintig minuten die ik nog in de ruimte was, werd ik niet gestoken. Opvallend, want dat stukje natuur neemt mij normaal gesproken maar al te graag waar.
Verder ervaren:
– Mixing the Senses, de eerstvolgende sessie van Training the Senses, is op woensdag 21 juni en gaat over synesthesie. Met professor cognitieve neurowetenschappen en synesthesie-expert Jamie Ward en kunstenaar Christine Söffing, die haar kleur-gehoorsynesthesie gebruikt in experimentele muziek en geluids- en geurinstallaties.
– Rain Rain Go Away! deelpresentatie van het project Institute for the Design of Tropical Disease met Thought Collider als producent is nog tot en met 25 juni te zien in de tentoonstelling Intensive Care bij Bureau Europa in Maastricht.
– Video van lezing Natasha Myers ‘Ungrid-able Ecologies: Becoming Sensor in Sentient Worlds’, keynote speech tijdens TSpec4, november 2016 (duur: 75 min.).
– Lees over en luister naar het project Mosquito Base (Myggbase) dat Espen Sommer Eide samen met schrijver-curator Nicholas H. Møllerhaug ontwikkelde (2005-2012). In 2015 maakte Espen Sommer Eide onder zijn alias Phonophani een compositie gebaseerd op de manier waarop muggen en zalmen horen voor het Ultima Festival. Op 11 mei verschijnt het nieuwe album ‘Animal Imagination’ waarvoor hij samenwerkte met muzikant Dag-Are Haugan.
– De proloog van aflevering #596 van het radioprogramma This American Life gaat over Charles Foster, die gefascineerd is door de manier waarop dieren de wereld waarnemen en daarop besloot zelf een tijd als een dier te gaan leven. Als een das, om precies te zijn (duur fragment: 8,5 min.).
Posted on 10/05/2017
0